Zelfbeschuldiging - V.M. Samael Aun Weor

De Essentie, die elk van ons in zijn innerlijk draagt, komt van boven, van de hemel, van de sterren…

De wonderlijke Essentie is ongetwijfeld afkomstig van de muzieknoot ‘LA’ (de Melkweg, het sterrenstelsel waarin wij leven).

De prachtige Essentie daalt via de noot ‘SOL’ (de Zon) en vervolgens via de noot ‘FA’ (het planetair gebied) en komt deze wereld binnen om tenslotte in ons eigen innerlijk door te dringen.

Onze ouders schiepen het geschikte lichaam om de Essentie, die van de sterren afkomstig is, te ontvangen…

Als wij intensief aan onszelf werken en ons opofferen voor onze medemensen zullen wij uiteindelijk triomfantelijk teruggaan naar de diepe schoot van Urania…

Wij leven op deze wereld om een bepaalde reden, met een bepaald doel, om een of andere speciale factor…

Er is vanzelfsprekend veel in ons dat wij moeten inzien, bestuderen en begrijpen als wij er daadwerkelijk naar hunkeren iets over onszelf, over ons eigen leven te weten te komen.

Hoe tragisch is het bestaan van degene die doodgaat zonder de reden van zijn leven te hebben gekend!

Ieder van ons moet zelf de zin van zijn eigen leven ontdekken en erachter zien te komen wat hem aan deze pijnlijke cel blijft ketenen…

Duidelijk is er in iedereen iets dat ons leven verbittert en waartegen wij vastbesloten moeten worstelen…

Wij hoeven niet noodzakelijkerwijs in de ellende te blijven. Wij dienen urgent datgene wat ons zo zwak en ongelukkig maakt tot kosmisch stof te herleiden.

Het heeft geen enkele zin om prat te gaan op titels, eerbewijzen, diploma’s, geld en goed, ijdele en subjectieve redeneerkunst, vermeende deugden, etc., etc., etc.

Wij dienen nooit te vergeten dat hypocrisie en de dwaze ijdelheden van de valse persoonlijkheid ons tot lompe, ouderwetse, achterlijke en reactionaire mensen maken die niet in staat zijn het nieuwe in te zien…

De dood heeft vele betekenissen, zowel positieve als negatieve. Laten wij die voortreffelijke opmerking van de Grote Kabir Jezus de Christus in overweging nemen: “Laat de doden hun doden begraven”. Hoewel ze nog leven, zijn vele mensen in feite al dood voor alle mogelijke werk aan zichzelf en zo voor elke vorm van intieme transformatie.

Dit zijn personen die opgesloten zitten in hun dogma’s en geloofsovertuigingen. Mensen die versteend zijn in hun herinneringen; geketend aan het verleden. Individuen vol voorouderlijke vooroordelen; schrikwekkend lauw, onverschillig, soms ‘betweterig’, overtuigd dat ze gelijk hebben omdat het hen zo is verteld, etc., etc., etc.

Deze mensen willen niet beseffen dat deze wereld een ‘psychologische sportschool’ is waarin het mogelijk wordt gemaakt die verscholen lelijkheid, die wij allemaal binnenin ons dragen, te vernietigen…

Als die arme mensen de jammerlijke toestand waarin ze zich bevinden eens begrepen dan zouden zij van afschuw huiveren.

Zij denken echter altijd het beste over zichzelf. Ze pronken met hun deugden. Ze voelen zich volmaakt, goedhartig, gedienstig, edelmoedig, barmhartig, intelligent, als mensen die hun verplichtingen stipt nakomen, etc.

Het praktische leven als school is formidabel maar het is daarentegen volstrekt dwaas om het leven als een doel op zich op te vatten.

Zij die het leven op zich aannemen zoals het zich in het dagelijks leven aanbiedt, hebben de noodzaak niet begrepen om aan zichzelf te werken om een ‘radicale transformatie’ te bereiken.

Jammer genoeg leiden de mensen een mechanisch leven. Nooit hebben zij iets horen zeggen over het innerlijke werk…

Het is nodig dat men verandert maar de mensen weten niet hóe ze moeten veranderen. Zij lijden veel en weten niet eens waarom zij lijden.

Geld bezitten is niet alles. Het leven van vele rijken is gewoonlijk bijzonder tragisch…

Revolutionaire Psychologie, Hoofdstuk V,
Zelfbeschuldiging

0 Reacties

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*