Wat een pasgeboren kind mooi en schattig maakt is zijn Essentie. Deze is in zichzelf zijn werkelijke realiteit…
De normale groei van de Essentie is zeker in alle wezens zeer beperkt. Deze staat in de kinderschoenen…
Het menselijk lichaam groeit en ontwikkelt volgens de biologische wetten van de soort. Deze blijken op zich zeer beperkt voor de mogelijkheden van de Essentie….
De Essentie zelf zet, zonder hulp, ongetwijfeld slechts een zeer kleine stap vooruit…
Duidelijk en zonder er om heen te draaien, kunnen we stellen dat de spontane en natuurlijke groei van de Essentie alleen mogelijk is tijdens de eerste drie, vier en vijf levensjaren; dat wil zeggen, de eerste etappe van het leven…
De mens denkt dat de groei en ontwikkeling van de Essentie altijd gebeurt op een continue manier volgens het mechanisme van de evolutie, maar het Universele Gnosticisme onderwijst duidelijk dat dit niet zo is…
Met de bedoeling dat deze fractie van Essentie — het drie procent wakker bewustzijn — vermeerdert, moet iets zeer speciaals gebeuren; er zal iets nieuws gedaan moeten worden…
Ik refereer nadrukkelijk aan het werk aan zichzelf. De ontwikkeling van de Essentie is alleen mogelijk op basis van bewuste werken en vrijwillig lijden…
Het is noodzakelijk om te begrijpen dat deze werken niet refereren aan professionele kwesties, banken, houtzagerij, loodgieterij, techniek of kantoorzaken…
Dit werk is voor iedereen die zijn persoonlijkheid heeft ontwikkeld. Het gaat dus over iets psychologisch…
Het psychologische Ik oplossen, de onwenselijke elementen desintegreren, is urgent, onuitstelbaar, noodgedwongen… Dit is de betekenis van het werk aan zichzelf.
Nooit zouden we de Essentie kunnen bevrijden zonder eerst het psychologische Ik te desintegreren…
In de Essentie vinden wij Religie, de ‘Boeddha’, de Wijsheid, de deeltjes van leed van onze Vader die in de hemelen zijt en alle data die wij nodig hebben voor de Intieme Zelfverwezenlijking van het Zijn.
Niemand zou het psychologische Ik kunnen vernietigen zonder eerst de onmenselijke elementen te elimineren die binnenin ons huizen…
Wij moeten de monsterlijke wreedheid van deze tijd tot stof maken. De jaloezie die ongelukkigerwijs tot de drijfveer van de handeling is veranderd. De onuitstaanbare gierigheid die het leven zo bitter heeft gemaakt. De walgelijke vervloeking, de smaad die zovele tragediën voortbrengt, de drinkpartijen, de vunzige lust die zo vies ruikt, etc., etc., etc.
Naargelang al deze wreedheden zich toch kosmische stof keren, zal de Essentie, naast zich emanciperen, groeien en zich harmonieus ontwikkelen…
Wanneer het psychologische Ik is gestorven, schijnt de Essentie ongetwijfeld in ons…
De vrije Essentie brengt ons tot intieme schoonheid. Uit dergelijke schoonheid straalt perfecte Vreugde en echte Liefde…
De Essentie beschikt over vele zintuigen van perfectie en buitengewone, natuurlijke krachten…
Wanneer we ‘in ons sterven’, wanneer we het psychologische Ik oplossen, genieten we van de prachtige zintuigen en krachten van de Essentie…
Revolutionaire Psychologie, Hoofdstuk IV,
De Essentie